Geloof me, dat is het Niet. Een eitje pocheren is makkelijk. Je denkt misschien nu nog Jaja, dat zal wel, maar als je mijn beschrijving volgt, dan zul je het met me eens zijn en zelf tegen anderen zeggen: Ja, het lijkt makkelijk, een eitje pocheren en geloof me: Dat is het ook!
Ik had het echt nog nooit gedaan en toch lukte het mij op deze manier meteen en sindsdien is er nog nooit een eitje mislukt.
Gepocheerde eitjes zijn heerlijk in bijvoorbeeld een Courgettesoepje (ik zal het recept binnenkort eens neerzetten), maar ook gewoon zo op brood en je hebt er niet veel voor nodig.
Wat heb je dan nodig?
- Kakelverse eitjes (dit is wel het allerbelangrijkst)
- Kokend water
- Flinke scheut azijn
- Schuimspaan
- Garde
Het allerbelangrijkst is dus dat de eitjes vers zijn, eigenlijk kun je alleen daarmee echt goede gepocheerde eieren maken.
Hoe ga je nu te werk?
- Zet water op tot het kookt.
- Gooi er een flinke scheut azijn in. Mag met een smaakje zijn, maar hoeft niet.
- Breek het ei in een schaaltje. Zorg dat de dooier heel blijft.
- Begin als het water eenmaal kookt hard te roeren met de garde tot er een draaikolkje ontstaat in het midden.
- Stop het roeren, pak je eitje en laat het ei precies in dit draaikolkje glijden.
- Paar minuutjes wachten en je perfect gepocheerde eitje is klaar!
- Schep het eruit met een schuimspaan, voorzichtig, en laat het eitje in de soep glijden of op je boterhammetje.
Eet smakelijk!
PS. Er zijn inmiddels veel andere manieren bekend om een eitje te ‘pocheren’ bijvoorbeeld in een stukje huishoudfolie, in een cupcakebakvorm in de oven of in een vormpje in een pannetje met water langzaam later stomen. Natuurlijk kun je kiezen voor deze methodes, maar een echt gepocheerd ei heb je dan dus niet en het is ook lang niet zo lekker!