Als je hier bent aanbeland heb je dus interesse in trailrunnen. Trailrunnen is hardlopen, dus leuk, maar toch net een beetje anders. Je loopt niet op de platgetreden paden en enige voorbereiding is niet per se noodzakelijk, maar wel heel handig.

In dit artikel zal ik je wat tips geven over hoe je het beste het trailrunnen kunt oppakken zonder al te veel kans op problemen.

1. Om te beginnen het meest simpele en meest onmisbare: Zoek een trail.
   

   Misschien is er in je woonplaats een groep met trailrunners, dan is het makkelijk voor je. Je sluit je bij hen aan en klaar ben je, lopen maar! Als je echter niet zo’n groep hebt, of je bent net als ik iemand die het liefst alles alleen doet, dan zal je op zoek moeten naar je ‘eigen’ trail.
   Waarschijnlijk loop je al een tijd hard en misschien ben je zelfs al eens van de wegen afgestapt. Nu is het een kwestie van net wat verder van de wegen af en je voeten eens vies te maken. Er zijn verschillende soorten trails, waarbij je onderscheid kunt maken tussen de niet-technische (weinig ervaring nodig/beginners) en de technische paden.
   Niet-technisch zijn enigszins verhard, van grind of onverhard, maar niet erg lastig te belopen. Technische paden (voor gevorderden) vragen meer ervaring. Dit zijn paden die erg smal zijn, vies, glad, rotsachtig en ongelijk en die dus een behoorlijke uitdaging bieden aan de loper, maar die ook vragen om meer gespecialiseerd schoeisel. Díe paden waar de meeste mensen aan denken bij het woord trailrun.

2. Loop rustiger dan op de weg en neem kortere, snellere stappen.
   

   Naar verwachting zal je op een trail ongeveer 20% langzamer lopen dan op de gewone wegen. Dit gaat natuurlijk niet voor iedereen en elke situatie op, maar gladde paden waarbij het energie kost om je evenwicht te bewaren of waar je de hoogte in moet (overigens niet vanzelfsprekend bij een trail) kosten overduidelijk meer tijd dan het lopen over asfalt of de atletiekbaan.
   Je zult ook meer en meer de uitdaging opzoeken en obstakels nemen, heuvels beklimmen, door bossen rennen met struiken op je looproute. Bij trailrunnen moet je je tempo laten voor wat het is en vooral doen wat goed voelt. Tempo is van ondergeschikt belang. De echte diehard wedstrijdrenners denken daar anders over, maar goed, zo ver zijn wij nog niet.
   Neem korte passen, zodat je gewicht goed verdeeld is over beide voeten. Hierdoor kun je sneller reageren en beter je evenwicht bewaren. Land ook niet alleen op je hakken, want één losse steen kan dan al genoeg zijn om weg te glijden.
   Na een paar trails zal je ook merken dat deze manier van lopen aardig wat vraagt van je core en wat goede core versterkende oefeningen kunnen dan ook absoluut geen kwaad.

3. Loop zonder aarzelen de heuvels in.
   

   Natuurlijk zijn heuvels vermoeiend en kost het extra veel energie om boven te komen, maar what comes up, must come down. De energie die je gebruikt bij het stijgen krijg je echt weer terug bij het dalen. Hou wel rekening met de stijging en schaam je dus ook niet om heuvels niet hardlopend op te gaan.
   Waarom zou je al die energie verspillen om helemaal uitgeput en versleten boven te zijn. Kortgezegd: Je moet wel een fantastische conditie hebben om een trail volledig hardlopend af te leggen en of je er dan ook echt plezier in hebt… Ik ga in dit artikel vooral uit van plezier in het lopen en niet als eerste over de finish te komen of jezelf helemaal naar de kl*** te lopen.
   Je zult merken bij trailwedstrijden (heb ik in elk geval wel gemerkt): Er zijn mensen die je hardlopend voorbijkomen bij het stijgen, maar bij het afdalen haal jij hen weer in en heb jij nog adem over. Met een beetje mazzel kom je èn eerder èn fitter over de eindstreep, dus volg je eigen ritme, dan komt het altijd goed.

   

4. Kijk goed voor je op de grond tijdens het lopen.
   

   Als je trailrunt moet je extra aandacht besteden aan de grond voor je. Je wilt natuurlijk niet de hele tijd strak naar beneden kijken, want waarom zou je dan in zo’n prachtige omgeving gaan lopen, maar voor je veiligheid is het wel belangrijk goed te kijken waar je loopt.
   Je moet dus continu de grond scannen, alhoewel dit minder wordt naarmate je meer trails loopt. Als je dan bijvoorbeeld een stronk of glad stuk ziet aankomen kun je je lichaam al laten inspelen op het naderende obstakel. Til je voeten iets hoger op, zet ze net iets anders neer, trailrunnen is vooral samenwerken met de grond en de omgeving, al kan ik me voorstellen dat dat een beetje vreemd lijkt. Je wilt gewoon niet op je gezicht gaan omdat je dacht dat je ‘het wel even zou doen’.

5. Als je met anderen loopt, houd dan voldoende afstand.

   Elke trailrunner heeft zijn eigen manier van lopen op verschillende ondergronden. Soms zie je iemand springen waar de ander juist heel voorzichtig te werk gaat. Omdat elke loper het al druk genoeg heeft met zijn eigen run, kun je als loper niet verwachten dat je gewaarschuwd wordt of dat ze rekening met jou houden (al zullen de meeste lopers dat wel proberen). Om dus niet op je voorganger te botsen is het houden van voldoende afstand nodig. Niemand wil iemand in zijn nek!

6. Loop of spring Over gladde wortels en rotsen.
   

   Als het even kan, mijd gladde boomwortels, stenen en andere uitsteeksels dan als de pest. Ga er niet op staan, maar stap erover. Vaak zijn ze veel gladder dan ze lijken en het is gewoonweg gevaarlijker dan je denkt om overal maar overheen te rossen. Als je bijvoorbeeld door water moet rennen, loop dan gewoon ook dóór het water in plaats van langs de kant over gladde met algen begroeide stenen. Waarschijnlijk val je harder en word je alsnog nat. En wie niet nat of vies wil worden, moet eigenlijk maar niet aan trailrunnen beginnen!
   Aan de andere kant kan het ook juist een doel op zich worden stenen en rotsen mee te nemen in je run en voor geen enkel obstakel meer echt aan de kant te gaan als het niet echt moet. Zo leer je steeds beter grip te krijgen op diverse ondergronden, wat het trailrunnen nog uitdagender maakt. Vooral in het buitenland wordt het erg moeilijk elke steen te vermijden als er niets anders meer dan stenen op het pad liggen…

7. Zorg voor je veiligheid.
   

   Zeker als je echt verwilderde trails gaat lopen moet je zorgen dat je allereest je veiligheid voorop hebt staan. In Nederland kun je niet zo snel dramatisch verdwalen, maar in bijvoorbeeld Australië moet je echt niet zomaar eventjes de bossen in rennen.
   Denk gewoon altijd goed na als je gaat lopen. Loop bij voorkeur met iemand anders als het terrein onbekend is, neem een kaart of navigatie mee in vreemde oorden, neem extra voedsel en vooral genoeg te drinken mee (en nee, in het eerdergenoemde Australië is een liter niet genoeg), neem een mobiele telefoon mee, bij voorkeur iets om jezelf te verdedigen (ik heb het nu over echt wilde oorden met wilde dieren), zorg dat je weet waar jachtgebieden zijn en wanneer er gejaagd mag worden (pijlen zijn dodelijk!), let op de zon en wanneer deze ondergaat, vertel altijd waar je heen gaat en hoe lang je van plan bent weg te blijven aan achterblijvers.

Maar boven alles moet je natuurlijk vooral veel plezier hebben!!! Dit artikel gaat uit van alle scenario’s en ik wil onder geen beding later verwijten krijgen dat ik jullie had moeten waarschuwen voor wilde dieren, dus hierbij ben je gewaarschuwd! Ren met plezier en doe voorzichtig.

Volgende keer zal ik jullie meer vertellen over het lopen van een eerste wedstrijd en hoe je dit het beste kunt aanpakken, zodat je niet zoals ik moet afzien en bijna doodgaan tijdens je eerste evenement.